Meneer W.G. is geboren op 7 juli 1955 te Brecht en in Antwerpen overleden op 17 juni 2014. Zijn asuitstrooiing vond plaats op donderdag 26 juni 2014 op begraafplaats Schoonselhof.
Het is de eerste eenzame uitvaart voor dichter Hilde Keteleer. Ze wil zelf graag langs het huis van meneer W.G. fietsen, om te zien waar hij heeft gewoond, hij is net als haar in 1955 geboren. Dat schept een band, zegt ze aan de telefoon.
Hilde mailt later dat de onderbuurman ook niet veel wist, "alleen dat meneer W.G. al een poos ziek was voor de brandweer hem met een brancard uit het raam heeft gedragen en naar het ziekenhuis gebracht, waar hij een week later gestorven is. En dat hij een vriendin heeft daar aan de overkant. Als ik aanbel, beweegt het gordijn en kijkt een kat me doordringend aan. Er doet niemand open, en net als ik het wil opgeven, wenkt de mevrouw van het café-met-terras even verderop me. Zij vertelt me dat de vriendin in Frankrijk is en dat haar kat eten krijgt van de kameraad van meneer W.G. Ze geeft me het adres van de kameraad, die thuis is en die me binnenlaat als ik zeg dat ik graag wat meer over hem wil weten. “Een brave man,” zegt de kameraad. En dat hij een ex-vrouw had, een zus en een broer, en twee kinderen, die hij echter allemaal vele jaren niet meer heeft gezien. Van tafel en bed gescheiden, niet eens officieel.
En dat hij zijn been was kwijtgeraakt tijdens de orkaan in Oostmalle, maar dat hij met dat kunstbeen alles kon, autorijden en fietsen. Ik zoek het op, 25 juni 1967 was dat. Meneer WG was toen net geen twaalf.
En, zegt de kameraad, dat hij ooit bij de Post heeft gewerkt, maar het grootste stuk van zijn leven bij de Zorgdienst. Zijn baas is kennelijk nog even langs geweest na zijn overlijden. Dat hij al een hele tijd ziek was, een heel akelige ziekte, maar dat hij niet naar de dokter wilde.
“Zult u hem missen?” vraag ik. “Ja natuurlijk,” zucht de kameraad. “Met wie moet ik nu gaan biljarten?”"
u werd geboren in een goed jaar
maar u moest nog twaalf worden
toen de windhoos in oostmalle
u beroofde van een deel van uzelf.
u hebt kinderen op de wereld
gezet en ze vervolgens van uzelf
beroofd, u hebt goede tijdingen
naar mensen gebracht maar ze ook
verdrietpost moeten bezorgen.
u hebt voor eenzaten als uzelf gezorgd
en voor de poes van uw vriendin.
u ging biljarten in de vredestraat.
van de vrede kan men u nu niet
meer beroven, er wordt voor u gezorgd.