Meneer R.V. was geboren in Turnhout op 6 maart 1942. Hij is gestorven in Borgerhout, in het wzc Borsbeekhof op 28 april 2024. De uitvaart vond plaats in Antwerpen, op de strooiweide van begraafplaats ’t Schoonselhof op 28 mei 2024 om 11:30.
Kent ge het juiste Nederlandse woord voor een joint?, vraagt hij.
Geen idee, zeg ik.
Pretsigaret!
Het grapje wordt me verteld door D. in het woonzorgcentrum in Borgerhout waar ik op een zondagmiddag mijn licht ga opsteken over de overledene. D. en ik nemen samen de lift naar beneden nadat we zowat een dik half uur gepraat hebben over de persoon en het leven van R.V.
Het meest frappante is dat hij wel meer dan 40 jaar ‘garçon’ is geweest. ('Garçon' is Antwerps voor kelner.) Stel je voor, een volwassen leven lang in een en hetzelfde café, pintjes tappen, klanten te woord staan, afruimen, tafels schoonvegen. Daar op de hoek van het Astridplein. Waar er altijd ambiance was en nog steeds is. Waar gedanst werd en nog steeds wordt tot in de vroege uren. Buurman D. werd er meer dan eens buitengezet, en nog wel door R.V. zelf. De reden was niet ver te zoeken – hij tilt zijn schouders wat op als hij het toegeeft - te diep in het glas gekeken.
R.V. echter dronk nooit te veel. Ik heb het nooit gezien of geweten dat hij zat was, verzekert D. me. Dat kon ook niet, als kelner, voegt hij er nog aan toe. Dat ze in het woonzorgcentrum buren zijn geworden is gewoonweg toeval. Meneer D. heeft R.V. goed gekend. Dagelijks zaten ze samen aan steeds hetzelfde tafeltje. Te kletsen, tv te kijken, sigaretje te roken… Hij was mijn ‘kameraad’, zegt D. Een ‘vriend’ zou hij hem niet willen noemen. Daarvoor was hun omgang met elkaar te vrijblijvend. Of meneer R.V. was misschien wat te introvert, wat gesloten. Het valt me op hoe belangrijk D. het vindt om het juiste woord te gebruiken. Hij vertelt ook graag en hartelijk over meneer R.V. Dat de man lange tijd op een Gold Wing heeft gereden bijvoorbeeld, een prachtige motor van het merk Honda. En dat hij helemaal weg was van Tina Turner. Uiteraard was Proud Mary zijn lievelingsnummer. Maar een echte rocker mocht je hem niet noemen.
Wegens dat wat stillere, misschien, dat introverte?, vraag ik.
D. knikt en kijkt.
Nooit getrouwd? Kinderen?, vraag ik. Stilte.
Er moet een onmogelijke liefde zijn geweest. Een vrouw, een Roemeense die getrouwd was met een Turk. De rest van het verhaal gaat noodgedwongen op in stilzwijgendheid.
Het is eind mei en wekenlang heeft het geregend. Gek genoeg valt deze voormiddag geen druppel. Wanneer we aankomen aan de strooiweide kan het korte ritueel zich voltrekken. De ceremoniemeester heet ons, Moya als dichter en mij als coördinator van De Eenzame Uitvaart, welkom. Ik vertel kort over mijn kennismaking en gesprek met buurman D. en over de indrukken die ik van meneer R.V. heb opgedaan. Zijn geslotenheid, zijn loyauteit aan die ene werkplek, het café, zijn onmogelijke liefde. Zijn liefde voor Tina en de Gold Wing. Zijn eenzaamheid. Waarop Moya wordt uitgenodigd om haar gedicht voor te dragen:
we hebben een plein gedeeld, jij en ik
ik heb gestudeerd, gedanst, gevreeën en geslapen
op een paar meter van waar jij breed lachend
maar bedachtzaam bier na biertje tapte
of zo stel ik me dat voor
hoe je ze vermaakte, de klanten, hoe ze om je verhalen vochten
hoe je je verlangens bij het ochtendgloren veilig opborg in je motorpak
hoe je in gedachten, alleen in gedachten, meezong
met Tina
we maken ons geen zorgen
over hoe anders de dingen
hadden kunnen gaan
want het rad blijft draaien
het is waar, het draait, het zal ook zonder jou
draaien, maar ik vraag me toch af
wie ben je in dat lange leven allemaal geweest
wie is er door jou heen gereisd, welke dagen
heb je vragend begraven, waarin was je onstuitbaar
wie kreeg jou stil
met welke tred heb jij over dit plein gelopen
jouw plein, mijn plein, het plein van zoveel mensen
die elkaar een leven lang niet hebben opgemerkt
Tina, hoor ik je fluisteren
Tina hebben we toch gedeeld
dus maak je geen zorgen
over hoe anders de dingen
hadden kunnen gaan
laat het rad maar draaien
laat het draaien draaien draaien
nu het voor vrijwel alles te laat is
schrijf ik je een raderstoomboot
om de rivier af te varen
om fier en vol leven
de rivier af te varen
Hoe innig kan zo’n ritueel - het kleine gebaar, het kleine verhaal, het gedicht, met zijn muziek, met het oproepen van een plein en een tijdscharnier - ons toch verbinden met een overledene die we nooit hebben ontmoet.
Prachtig gedicht..
Rust zacht, lieve R.V.