De Eenzame Uitvaart van Meneer F.T. in Antwerpen

Dinsdag 11 augustus 2009
Antwerpen, Schoonselhof
Dichter van dienst: Jan Aelberts
Auteur verslag: Maarten Inghels

Meneer F.T. is op 21 februari 1928 geboren en in zijn woonst te Antwerpen overleden op 3 augustus 2009. Zijn uitvaart vond plaats op 11 augustus 2009 op begraafplaats Schoonselhof.

Eerst was er vals alarm. Na de eerste eenzame uitvaart in januari had ik een dichter ingeschakeld voor een nieuwe dode, maar daags voor de uitvaart dook er gelukkig nog familie op. Het werd kalm. Maar nu, zeven maanden later, is men absoluut zeker van een nieuwe eenzame uitvaart. Meneer F.T. werd door de politie aangetroffen in zijn woning, waarna de buren verklaarden dat het een eenzaat betrof. Ongehuwd, geen kinderen. Iemand die nooit bezoek kreeg.

Na het weekend zou meneer begraven worden op begraafplaats Schoonselhof, krijg ik per mail van de Firma door. Er rijst een probleem omdat ik enkele uren later op die dag een vliegtuig moet nemen in Charleroi. Ik zou het nooit halen, aangezien men al wekenlang de versmalling van de E19 Antwerpen-Brussel aankondigt, en bijhorende files op de alternatieve route: de lelijke Boomsesteenweg met zijn ontelbare stoplichten. Na enkele mails kom ik met de Firma overeen de uitvaart te vervroegen naar half tien in de ochtend. Omdat dit nog maar de tweede uitvaart is die we verzorgen, en er nog wat smeer in de communicatie met het uitvaartcentrum moet komen, wil ik geen verstek geven. Dichter Jan Aelberts antwoordt bevestigend op de vraag dat weekend nog een gedicht te schrijven voor meneer F.T. Er zijn weinig tot geen gegevens bekend.

De avond voor de uitvaart slaat het weer om. De aanhoudende hittegolf wordt in regen gesmoord, die niet zal stoppen tot ik op het vliegtuig stap. Als ik na een onrustige nacht hondsvroeg opsta, valt er uit de grijze lucht nog steeds een miezerige regen. Op tram 24 richting Schoonselhof is het verdacht rustig. Snel wissel ik nog wat tekstberichtjes met Jan Aelberts die vanuit Gent de trein naar Antwerpen neemt. Ik schrijf dat hij best in het station van Berchem afstapt en een taxi naar de begraafplaats neemt. De doden huizen een heel eind buiten de stad.

Nadat Jan de taxi-chauffeur heeft betaald, steken we gelijktijdig sigaretten op. Omdat er niemand van de Firma te bespeuren valt, toets ik het nummer in van de Firma. We bevinden ons aan de verkeerde ingang van Schoonselhof, krijg ik te horen. We wachten aan het crematorium, alwaar de plaats van afspraak voor nummer één was, maar de begrafenis van nummer twee gaat door aan de andere kant van het park, op een kwartier loopafstand. Aan de andere ingang aangekomen blijkt de kleine stoet al onderweg te zijn naar perk U. Hijgend lopen we verder naar het perk. Net op tijd kan ik de uitvaartmedewerker teken doen dat we er zijn, en op zijn beurt gaat hij in een drafje naar het graf en maant de gravers aan tot stoppen. Die wilden net de kuil dichtgooien.

Met drie staan we aan de voet van het graf. De ceremoniemeester met zijn zwarte pak, mantel en stropdas, doet teken dat we een laatste groet aan meneer F.T. kunnen brengen. Naast de kuil die gelijkmatig rechthoekig is afgegraven ligt een grote hoop zand, met daarin het bruinzwarte bord. ‘F.T. 2009’ staat er in het wit op geschilderd. Geen geboortejaar. Jan leest zijn gedicht voor, met ietwat trillende stem, en met gebogen hoofden luisteren we:

voor F.T. (1928 – 2009)

Hij bestaat niet meer zoals hij eerst bestond, blauw doorbloed

kortademig en met open mond kwijlde hij zijn vuisten nat, bereid

om ze te heffen voor een koningsdroom, een heldendaad zoals

het eerste lopen dichter bij bestormen staat dan alle andere dagen.

Om hem heen verslikken jongens zich in hun jeugd, happen landen

koortsig naar oorlog, breken alle kalveren hun poten van extase

aan de voet van hun overgave. Ze branden langzaam op tot wolken.

Maar alles dooft ook weer. Elk woord laat zich zonder verzet

vervangen door zwijgzaamheid en zinderende straatlantaarns.

En in het canvas van de televisie dansen de jongens verder in kleur.

Ook dat is vrede.

Dan pas staat de eenzaat op met gebalde vuisten, als een reus

gewapend met stilte en een verbeten glimlach tussen de kaken.

Ergens halverwege de scherpte van een polaroid volgt hij de goten,

bestaat hij zomaar, zonder reclame voor bereikbaarheid,

altijd en overal. Als een slaaplied voor het ontbreken

kruipen twee gebalde vuisten tegen zijn lichaam aan.

Ook dat volstaat.

Nu kan je naar eigen geloof de laatste groet brengen, suggereert de uitvaartmedewerker. Aarde op de kist werpen, behoort tot een van de opties. Hij stelt een lichte buiging voor, een beweging die hij voordoet door een lange knik te maken met zijn hoofd en het bovenlichaam mee te laten hangen. Daarna loop ik naar de berg aarde en steek mijn hand tot aan de pols erin. Een doffe klap van het zand op de kist van een goedkoop model volgt. De kist is redelijk smal vanonder en breed vanboven. Gouden bouten op het deksel.

Ik vind het onwezenlijk dat we hier staan, bij een diepe kuil waarin enkel een houten plank ons scheidt van een man die niemand kent. Dus dit is wat ik vanaf nu zal doen, bedenk ik me, afscheid nemen van een onbekende.

Wanneer we perk U verlaten staat een vrouw ons op te wachten. Ze is met een klein autootje gekomen, dat geparkeerd staat achter de lange slee van het uitvaartcentrum. Het is een bejaardenverzorgster die meneer F.T. jarenlang aan huis heeft verzorgd. Toen ze van het OCMW vernam dat haar patiënt overleden was, wist ze dat niemand aanwezig zou zijn, dus besloot ze zelf te komen. Ze vertelt dat ze F.T. heeft gevonden met de kat liggend op zijn buik - die twee wilden geen afscheid nemen. Lang geleden had de verzorgster beloofd een goede thuis voor zijn dierbare poes te zoeken, wanneer hij er niet meer zou zijn. Zij had de kat nu in huis genomen.

‘Een mooi verhaal,’ zeg ik tegen Jan, langs de brede lanen op weg naar de tramhalte. ‘Dat had je kunnen verwerken in je gedicht.’ Een grote reiger vliegt over.

‘Als we het vroeger hadden geweten,’ antwoordt Jan.

De bejaardenverzorgster rijdt ons in haar kleine autootje voorbij en wuift even. Zwijgend wandelen we verder.

Reacties

Andere uitvaarten van deze dichter

  • De Eenzame Uitvaart van Mevrouw N.H. in Antwerpen
    Mevrouw N.H. is op 12 juni 1918 geboren in Watergraafsmeer in Nederland en in Antwerpen overleden op 20 november 2012. Haar uitvaart vond plaats op woensdagmiddag 28 november 2012 op begraafplaats Schoonselhof. Dichter van dienst was Jan Aelberts.
  • De Eenzame Uitvaart van Meneer J.K.R. in Antwerpen
    Meneer J.K.R. is op 6 juni 1941 geboren in Neuhütten in Duitsland en in Antwerpen overleden op 8 mei 2012. Zijn uitvaart vond plaats op donderdagmiddag 31 mei 2012 op begraafplaats Schoonselhof. Dichter van dienst was Jan Aelberts.
  • De Eenzame Uitvaart van Mevrouw A.V.D. in Antwerpen
    Mevrouw A.V.D. is geboren op 29 oktober 1919 en in RVT Vinck Heymans te Antwerpen overleden op 26 augustus 2011. Haar uitvaart vond plaats op 13 september 2011 op begraafplaats Schoonselhof. Dichter van dienst was Jan Aelberts.
  • De Eenzame Uitvaart van Meneer L.L. in Antwerpen
    Meneer L.L. is op 9 augustus 1938 geboren te Kapellen en overleed in zijn woonst te Antwerpen op 11 februari 2011. Zijn uitvaart vond plaats op maandag 21 februari 2011 op begraafplaats Schoonselhof. L.L. laat een echtgenote na die lijdt aan dementie. Dichter van dienst was Jan Aelberts.
  • De Eenzame Uitvaart van Meneer R.P. in Antwerpen
    Meneer R.P. is op 23 februari 1945 geboren te Vilvoorde en in ziekenhuis Sint-Vincentius overleden op 10 juli 2010. Zijn uitvaart vond plaats op donderdag 22 juli 2010 op begraafplaats Schoonselhof. Dichter van dienst was Jan Aelberts.
Contact

VONK & Zonen

Krugerstraat 232 - 2660 Hoboken

email hidden; JavaScript is required

Op de hoogte blijven van nieuwe verslagen en gedichten?

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Ondersteund door:
made by