Meneer A.A. is geboren op 1 augustus 1937 en in het Sint-Vincentiusziekenhuis te Antwerpen overleden op 19 maart 2014. Zijn begrafenis vond plaats op dinsdag 25 maart 2014 op begraafplaats Schoonselhof.
Het was te verwachten; ook de buurman kende meneer A.A. niet. ‘Op de gang wel eens gezien’, zegt de oude man als ik bij hem in de trappenhal sta. ‘Maar iets over hem kunnen vertellen, neen.’ Meneer A.A. heeft twee brievenbussen, zie ik. Op de bovenste kleeft een briefje met in beverige kapitalen zijn achternaam en een sticker met ‘GEEN ongeadresseerd RECLAMEDRUKWERK’. Op de onderste brievenbus nog een briefje met in zijn handschrift zijn naam en ‘ALLEEN RECLAAM OF GROTE ENVELOPPEN’. Meneer A.A. hield zijn zaken strikt gescheiden, lijkt het.
De sociale dienst van het OCMW bericht mij dat zijn ex-echtgenote en hun gezamenlijke kinderen al jaren geleden het contact hebben verbroken en niet op de uitvaart aanwezig zullen zijn. Zij wensen ook niet gecontacteerd te worden hierover. Hij heeft ook nog een broer. Maar ook die zal hoogstwaarschijnlijk niet aanwezig zijn. De verslaggeving in het dossier van meneer A.A. dateert nog van 1997 - het moment dat hij wellicht een flat kreeg toegewezen van het OCMW. In dat verslag lezen we dat hij creatief was, graag fietste en biljart speelde. Welke hobby’s hij bijna twintig jaar later nog onderhield is onduidelijk.
De dichter Max Temmerman is ruim op tijd aanwezig op begraafplaats Schoonselhof. Hij heeft een gedicht geschreven, nadat ik hem de hierboven beschreven informatie en enkele foto’s van het appartementsgebouw van meneer A.A. heb gemaild. Het is niet veel, het is bijna niets. ‘En wanneer jullie het gedicht voorlezen is het voor de wind,’ zegt uitvaartondernemer Walter. Hij vertelt over de nieuwe naamborden die eraan komen. In zink gegoten, met een schuifje om de naamplakkaatjes in te bevestigen. Voor het kinderkerkhof komen er zinken paaltjes in kleiner formaat. Zink is voor de eeuwigheid. ‘Na jaren in weer en wind zijn ze nog steeds herbruikbaar,’ vertelt Walter trots.
Het is tijd voor de uitvaart van meneer A.A. die creatief was, fietste en biljart speelde. Vier schouders dragen de kist tot aan de metalen schragen voor de kuil, waarna de vier dragers afstand nemen. Mijn drie witte rozen liggen als drie bleke vingers op de kist. Het is nu de beurt van Max Temmerman die zijn gedicht zal lezen voor de wind, het wiegende riet in de sloot, de vliegjes rond de kist van meneer A.A.
Hoe iemand aankijken die je nooit eerder zag?
Zoals in een droom na plots ontwaken:
met ogen wijd open.
Wat tegen iemand zeggen die je nooit eerder sprak?
Volg de vluchtlijnen van je mond. Spreek zacht,
steek je hand uit.
Hoe iemand gedenken die je nooit hebt gekend?
Kijk dan: lijkt niet iedereen op iedereen?
Hoe afscheid nemen van iemand die niet eerder
in je leven was? Verlegen. Haperend. Op de tast.