Meneer W.d.V. is op 4 maart 1938 geboren te Lokeren en in ziekenhuis Stuivenberg overleden op 16 januari 2013. Zijn uitvaart vond plaats op vrijdagmiddag 25 januari 2013 op begraafplaats Schoonselhof.
Meneer W.d.V. woonde aan een plein in Borgerhout, met een kerkje en veel parkeerplaats voor de deur. Een vrij modern huis, onderderverdeeld in drie appartementen, met op de gelijkvloers zijn stekje – de rolluiken gesloten. Met koude handen van het fietsen bel ik aan bij de bovenbuur. Die komt uit het raam hangen, sigaret in de hand. Nee, hij weet niets af van W.d.V. Plots was hij dood. Ze kenden elkaar niet, hadden geen noemenswaardig contact, verder geen nieuws.
We weten niet aan wat hij in het ziekenhuis overleed en ook Google levert niet meer op dan een honderdtal naamgenoten. Ik vind een rouwbrief van een iets oudere W.d.V., eveneens afkomstig uit Lokeren, die enkele maanden geleden in hetzelfde ziekenhuis overleed. Maar die was getrouwd met een Mathilde, had een handvol kinderen, een kroost klein- en achterkleinkinderen, werd uitgestrooid op Schoonselhof. Deze naamgenoten hadden zo van leven kunnen ruilen, bij de geboorte van wieg gewisseld, en misschien had niemand het gemerkt.
Ik vraag me af hoe zo iemand in het ziekenhuis beland. Stel dat meneer W.d.V. een hartstilstand of een beroerte kreeg, wie belde de ambulance? Als ze ziek worden, wie brengt hen hete kippensoep? Wie doet de deur open voor de dokter, haalt de medicijnen op?
Andy en ik stappen de begraafplaats op waar drie statige lijkwagens van de Firma ons opwachten. ‘Het lijkt wel het autosalon,’ zeg ik tegen de drager die er ook was bij de asverspreiding van meneer F.S.
‘We hebben er zo nog twee,’ antwoordt hij. Hij wijst naar perk W1 waar we moeten zijn. ‘Er is nog een andere uitvaart aan de gang, dus we moeten even wachten.’
Als de andere begrafenis is afgelopen, worden de motoren van de drie corbillards gestart en lopen Andy en ik in een wolk van uitlaatgassen achter de wagens naar het perk, waar de kist op de schouders wordt gehesen. Als we het besneeuwde perk betreden zijn de grafmakers nog druk bezig de kuil van de vorige dicht te scheppen, de graafmachine staat te draaien, en ze spreken met de dragers af zelf de kist te laten zakken als de vorige put dicht is. Dragers en gravers gaan in een halve maan rond de kist met mijn drie rode roosjes op staan.
de wereld is bevroren en ook de tijd
de branding staart versteend naar het land
vogels hangen hoog gepind tussen blauw
en porseleinen wolken
melkwit was de hand die jou heeft aangeraakt
en wegdroeg op een bed van watte en wanten
een scherpe wind berispt de mensen om je lot
terwijl de hartslag van al wat buiten leeft stokt
de egels treuren als verkrampte vuisten
hazen mediteren met de oren plat
en de takken dragen tot ijs gestolde tranen
die rijpen blijven tot ze barsten van verdriet
een tapijt van sneeuwkristallen draagt je naam
die wij fluisterend blijven herhalen tot je aanvangt
te verdampen onder de warmte van ons spreken
De heren van de Firma hebben aandachtig geluisterd.
‘Mooi zo,’ zegt de drager. ‘Mag ik het gedicht houden?’ Andy overhandigt zijn A-viertje waarna we afscheid nemen. We keren de koude de rug toe en bestellen in café De Leuvenaar de ‘dagverse goulashsoep’ terwijl de caféhond die naar de naam Patat luistert, naast ons zit. Aan een deurstijl van het café hangt een ironisch overlijdensbericht:
Willy De Groot BVBA
Sanitair-Centrale verwarming
1983 - 2013
Beste klanten, na 30 jaar is de BVBA Willy De Groot wegens gezondheidsredenen ten grave gedragen. Wij danken u langs deze weg voor het jarenlange vertrouwen.