Mevrouw M.V. was geboren in Sint-Lenaarts op 4 maart 1932. Zij is in haar tweeënnegentigste gestorven in wzc Borsbeekhof in Borgerhout op 17 juli 2024. De uitvaart heeft plaatsgevonden op donderdag 22 augustus 2024 om 13:00 op de strooiweide De Blauwe Regen, op de begraafplaats ’t Schoonselhof in Antwerpen.
Mevrouw M.V. was afkomstig van Sint-Lenaarts. Dat is een dorp van ongeveer 6000 inwoners en een deelgemeente van Brecht in het noorden van de provincie Antwerpen, een boogscheut van de grens met Nederland. In de vorige eeuw waren vooral steenbakkerijen en diamantslijperijen een bron van inkomsten in deze regio. Na wat googlen verneem ik dat waar ooit kleiputten ontgonnen werden, nu natuurgebieden te ontdekken zijn: een berken- en eikenbos, rietvelden en struikgewas, een heiderestanten. De liefhebber kan hier talloze vogels spotten: de specht en wielewaal, de boomvalk en de ijsvogel.
Ik vraag me af of M.V. hier ooit gewandeld heeft, misschien samen met haar echtgenoot, luisterend en kijkend naar hoe de natuur hier haar gang gaat, hoe in de loop van de decennia haar geboortegrond veranderd is.
Mijn verbeelding waaiert uit omdat ik zo weinig over haar weet. In het wzc heeft een dame me bijzonder vriendelijk te woord gestaan. Ze verontschuldigde zich. Het is putje zomer en de collega van de afdeling waar mevrouw gestorven is en die veel voor mevrouw M.V. gedaan heeft, is helaas net met vakantie. Zo jammer, al is de vakantie haar uiteraard van harte gegund.
Mevrouw M.V. was getrouwd en woonde met haar man op de Bredabaan in Merksem. Het koppel had geen kinderen. De zorg voor meneer die aan Alzheimer leed, werd mettertijd voor M. te zwaar. En daarom zijn beiden tezamen komen wonen in het woonzorgcentrum. De medewerkster die net met vakantie is, heeft geholpen bij de verhuis, meubels overgebracht bijvoorbeeld, zodat het koppel zich zo goed mogelijk thuis kon voelen in de nieuwe omgeving. En dan is meneer gestorven. En enkele jaren later mevrouw. Ik krijg nog een mailadres mee van een bewindvoerder maar op mijn bericht komt geen reactie.
Donderdag 22 augustus is een winderige dag. Een zwoele wind dwingt me het vestje dat ik nog heb mee gegrist, eerst aan en dan weer uit te trekken. En weer aan. Terwijl Max en ik wachten op de voorganger en wat staan te keuvelen over de grote en kleine problemen in onze samenleving, zijn we getuige van een andere uitvaart die gepland is net voor die van mevrouw M.V. Behalve de voorganger stappen slechts één man en één vrouw achter de corbillard. Ook dit is een eenzame, zegt Max. De vraag rijst wanneer we een uitvaart niet meer als ‘eenzaam’ zouden bestempelen.
Zowat een klein half uur later komt voorganger A. naar ons toe. Hij excuseert zich. Alles is wat uitgelopen vanwege een dienst die hij in de ochtend had verzorgd en die eindeloos had geduurd. Hij had dertig bloemstukken tweemaal in- en uitgeladen, vertelde hij. Massa volk ook moeten voorgaan.
Het contrast kan niet groter zijn. Hoe zouden de mensen van het uitvaartcentrum dat verschil ervaren? Geen idee. Maar een ding zie ik. Het siert A. : geen spiertje stress of opgejaagdheid te bekennen. Even sereen en rustig als altijd begeleidt hij ons naar de strooiweide.
De urne wordt op de zuil gezet, de zonnebloem die ik bij me heb, wordt tussen het handvat en het deksel geklemd zodat de wind ze niet kan wegblazen. Na het welkomstwoord nodigt A. Max uit om zijn gedicht voor te dragen:
We kenden u amper, Maria, al zochten we u op.
Ik heb uw wijk doorkruist en uw naam gepreveld
tegen de gevels. Ik smeekte passanten
om een woord maar stom en blind
bleven de muren in uw straat.
Ik heb uw naam opgezocht via een zoekmachine.
Het algoritme om raad gevraagd. U stamt
uit een tijd waarin ‘Maria’ gemeenzamer was
dan een groet. Werd u Mieke, Mai of Maaike
genoemd? Was lichtblauw jullie lievelingskleur?
We kennen u amper, Maria, maar alles komt goed
zolang er een Middelares is die genade afroept.
Wie achterblijft, denkt aan wie heengaat
maar het omgekeerde is evenzeer waar: gedenk
ons, Maria, al zijn wij onze doden niet waard.
De urne moet nu uitgestrooid. De zonnebloem wordt weer aan mij gegeven. Tijdens mijn laatste buiging voor M.V. zal ik ze neerleggen naast de rechthoekige asplek, het laatste wat hier bij ons van haar rest. En de wind zal nu wel vrij spel krijgen. En het is goed zo.
Fijn afscheid voor M (ieke, aaike, ia, yriam ) of toch misschien gewoon Maria.
Bedankt!