Mevrouw A.D. is geboren in Antwerpen op 28 oktober 1926 en zij is overleden in het woonzorgcentrum Cocoon in Antwerpen op 14 maart 2023. De uitvaart van mevrouw A.D. vond plaats op donderdag 30 maart om 10u00 op het Schoonselhof in Antwerpen.
Er zijn vandaag behalve de uitvaart van mevrouw A.D. nog twee andere eenzame uitvaarten op het Schoonselhof. Voor de eerste vanochtend heb ik me wegens een medisch onderzoek laten vervangen. Voor de uitvaart van mevrouw A.D. heeft Lies wegens onvoorziene omstandigheden zich moeten verontschuldigen. Ze heeft me het gedicht dat ze geschreven heeft voor mevrouw A.D. bezorgd zodat ik het voor zal lezen tijdens de uitvaart.
Samen met de ceremoniemeester Stefaan stap ik in stilte achter de corbillard naar de strooiweide. Er hangt een kilte in de lucht. Het is maart maar nog niet echt voorjaar. De strooiweide is een uitgestrekte plek, licht glooiend, een plek waar je een rust kunt vinden zoals in een ander mede door de natuur getekend landschap. Terwijl de ceremoniemeester een woordje zegt over de kringloop van leven en dood wordt mijn blik getroffen door een fazant die hoog boven de weide vliegt.
Aan de rand van deze strooiweide staan ook afdaken en zitbanken voor wie wat langer wil vertoeven in een vredige omgeving. Een terracotta-muur schept de mogelijkheid om na een asverspreiding een naamplaatje van de overledene te plaatsen. Ik moet denken aan de dochter van mevrouw A.D. met wie het contact al jaren verbroken was. Misschien is de dochter haar in de dood voorgegaan. Misschien leeft ze nog en in dat geval vraag ik me af: zou ze ervan op de hoogte zijn dat het later nog mogelijk is om een naamplaatje te plaatsen op deze herinneringsmuur?
Stefaan spreekt kort over het leven van mevrouw A.D. van wie we niet meer weten dan dat ze een dochter heeft gehad, dat ze veertien dagen geleden jarig is geweest en 97 is geworden. Wellicht heeft ze een heel leven, net als wij allemaal, van vreugde en verdriet gekend. Iemand die heel oud wordt, zoals zij, heeft al veel mensen weten sterven.
Cocoon, het woonzorgbedrijf in Antwerpen waar ze gestorven is, heeft van een stille vrouw gesproken die wat op zichzelf teruggeplooid leefde. Hoe het ook geweest zij, aldus Stefaan, vandaag wordt mevrouw A.D. de laatste eer bewezen door middel van een gedicht. Ik lees het gedicht voor dat Lies geschreven heeft:
Geen boodschappentas te klein
voor een uitgewoond hoofd,
geen tapijt te kamerbreed
voor een landschap van voetstappen.
We hadden bloesems verwacht, schietend groen,
we hadden iets op de vensterbank willen zien botten,
maar in plaats van nieuwe eindes was er
die oude reis die je moeizaam wilde hervatten.
Je zomen hingen steeds dieper in het gras,
je knoopsgaten gingen niet lang meer mee,
je ziel slingerde rond in een blikken doos
tussen foto’s en kaartjes, je eigen gekrabbel,
je hart topte op van oud zeer
en werd als een ballon leeggelaten,
je zakken vulden zich met oude woorden
die we steeds onkundiger uitspraken.
Het was koud die dag, zo midden maart.
Al wat je aan zon en veren verzamelt,
moet je achterlaten.
Er was geen weg meer, geen horizon.
Je voeten waren lucht en water
en dan altijd dat kiemen dat komt.
Na het gedicht laat Stefaan een gepast stilte. Dan gaat zijn collega over tot het uitstrooien van de as. Ik leg de twee witte rozen die ik had meegebracht, aan de rand van de strooiweide. In wat struikgewas verderop hoor ik mussen tsjirpen.