Meneer J.V.D. is op 26 januari 1932 geboren te Antwerpen en daar overleden op 25 augustus 2011. Zijn asuitstrooing vond plaats op dinsdag 6 september 2011 op begraafplaats Schoonselhof.
Ik krijg van Renée melding van de uitvaart van meneer J.V.D. Het wordt een asuitstrooiing - hij had blijkbaar nog een laatste wilsbeschikking opgesteld. Joke van Leeuwen is beschikbaar en ik breng haar in contact met Renée. Ik zal niet aanwezig zijn, laat ik weten, omdat ik in het buitenland ben, maar evengoed gaat het zonder mij. Wat volgt is een reconstructie van de uitvaart, dankzij de berichten van Joke.
Het lukt haar niet om van tevoren bij de buren van meneer J.V.D. langs te gaan. Ze belt wel naar het Sociaal Centrum die de opdracht gaf van de eenzame uitvaart. De mevrouw die ze aan de lijn moet hebben is met vakantie, een ander is uiterst vriendelijk en behulpzaam, maar kan niet meer vertellen dan de gegevens uit het rijksregister. Op weg naar het crematorium rijdt Joke nog even om, langs de serviceflats waar hij woonde. Het is een redelijk modern gebouw, er zitten negenenvijftig woningen in en het ligt dichtbij een winkelcentrum, laat Joke achteraf weten.
De asuitstrooing van J.V.D. is op een druilerige, kille septemberdag. Wanneer de lijkwagen zich in beweging zet, met de drager en Joke erachter, komt er nog iemand aangelopen. Het is de naaste buurman van meneer J.V.D. Met hun drieën betreden ze het plein voor het strooiveld.
Gekregen als begin: een voornaam, achternaam.
Zo leren lopen op twee benen. Vanzelf wordt wie
een leven heeft eerst groot, dan oud. Hij was
verpleger voor zijn brood, zeg aan wiens bed.
Zijn namennaam, die langzaam dunne code werd,
zal ik die eens hard roepen op dit gras?
Of in een brievenbus met toch alleen reclame?
Tegen het licht in de lantaarnpalen?
En dan vertalen naar bekend van toen en daar?
Of schrijven in het zand, bij eb, met een gejut stuk hout?
(Dan neemt de vloed hem mee, de zee van namen in
waar hoge golven ze dag in dag uit herhalen.)
Op de terugweg naar de parking komt er nog iemand aangefietst. Ditmaal de overbuurman van meneer J.V.D. Hij was de verkeerde kant opgereden. Joke neemt de twee buurmannen opnieuw mee naar de strooiweide, om nogmaals de laatste eer te brengen. De man van de fiets kende meneer J.V.D. een jaar en er was een prettig contact. De andere buurman vertelt dat meneer J.V.D. als verpleger in het Stuivenbergziekenhuis werkte. Hij had geen kinderen, hij zou een zus in Amerika hebben, maar dat is niet zeker. Hij klaagde nooit, ze hadden niet het idee dat er wat met hem was. Opeens werd hij met een ambulance opgehaald en niet veel later hoorden ze van zijn dood.
Tot slot bericht Joke aan mij: "Wat goed dat die twee er waren, dat geeft toch het gevoel dat meneer J.V.D. weliswaar geen familie om zich heen had, maar wel naaste buren op wie hij kon rekenen."