Meneer F.V.G. is op 10 februari 1935 geboren te Antwerpen en in zijn woonst aldaar overleden op 5 december 2013. Zijn uitvaart vond plaats op donderdag 19 december 2013 op begraafplaats Schoonselhof.
Meneer F.V.G. woonde boven een autogarnierderij. Daar had ik nog nooit van gehoord: het woord autogarnierderij, waar ze autozetels stofferen en herstellen. Onderaan de woning zit een grote witte garagepoort, bovenaan twee appartementen. De tachtigjarige autogarnierder is tevens de huisbaas en doet de deur open om een antwoord te geven op het onbekende leven van meneer F.V.G.
'Ik heb hem gevonden. Het zat zo. Mijn zoon, die ook in de autogarnierderij werkt, zag dat de brievenbus van F. overvol zat. Dan ben ik gaan kloppen op de deur boven. En niet zachtjes, hein. Ik had niet de bedoeling om een gat in de deur te slaan, maar het was toch tot op straat te horen. Toen hij niet opendeed, belde ik de politie.
Met mijn reservesleutel stond ik zo binnen, maar de politie vroeg me op de gang te blijven staan. Ik had F. al zien liggen. Hij lag op de grond naast de tafel, waar de computer stond. Ik kan het me zo voorstellen: hij zat achter zijn computer en is opzij neergevallen. Dood.'
De huisbaas speelt de dood van meneer F.V.G. voor me na, op de drempel van zijn huis. Hij laat zijn bovenlichaam helemaal overhellen naar een kant en zegt 'boem'. Zijn hemelsblauwe ogen zitten glazig in zijn verkreukelde gezicht.
'Dood gesmoord. F. heeft zich dood gerookt. De afgelopen jaren heb ik hem dat meermaals gezegd, dat hij niet gezond klonk. Hoesten. Een tijd geleden heb ik alle ramen laten vervangen. Als souvenir houd ik een oud stuk kozijn in mijn garage, de nicotine druipt er in bruine druppels van af! Op het laatst kon hij de trappen hier haast niet meer op.'
'Deed hij nog zelf zijn boodschappen? Of kreeg hij hulp van iemand?'
'Ik zag hem wel eens met eten aankomen. En ziet u dat groene autootje aan de overkant van de straat? Daar ging hij één keer per maand mee naar Hulst, in Nederland. Omdat de boodschappen daar goedkoper waren. Ik zei nog, F., zei ik, waarom helemaal naar Hulst rijden? Op uw leeftijd?
Voor de rest hadden wij niet veel contact. Hij woonde boven mij, maar was nogal teruggetrokken. Maar als huisbaas was ik helemaal tevreden. Nog voor de eerste van de maand, stond de huishuur op mijn rekening. Een heel stipte man. Maar nooit bezoek. In die twintig, dertig jaar heb ik nooit iemand aan zijn deur gezien. Hij heeft me ooit over een zus verteld, maar voor hem was ze dood.'
'Weet u wat zijn beroep was?'
'Als straatveger in Antwerpen begonnen. Later gepromoveerd door de stad om met een bestelwagen rond te rijden. Voor de mannen van den ellentriek. Dat was al beter werk, deed hij ook liever, met de wagen rondrijden.' De autogarnierder wil me daarna ook zijn autogarnierderij tonen, waar zijn zoon aan het werk is. Dit is mijn leven, zegt hij. Ik werk hier ook nog, maar niet volgens vaste uren. Dit is mijn speeltuin.' Ik steek mijn hoofd door de open deur van de garage en neem afscheid van de oude huisbaas van meneer F.V.G.
Drager Xavier moet op doktersbevel stoppen met roken, en drager Dennis vertelt over de kerstdrukte in de binnenstad.
'Voor de stembanden. Stoppen met roken voor de stembanden.'
'Een dokter zal altijd zeggen om te stoppen met roken. Zelfs als je helemaal in orde bent.'
'Dat is een mooi bloemstuk dat je bij hebt.'
Dat klopt. Waar ik normaal drie witte rozen met me mee heb voor de onfortuinlijke dode, is het een dubbel zo groot boeket geworden. Er steken zelfs enkele groene palmtakjes bovenuit.
'We hebben een gift ontvangen, voor extra bloemen.' Een week geleden zat er een kaartje van een wat oudere dame in de brievenbus, in een oud handschrift, geadresseerd 'aan de dichter'. In beverige letters stond: 'Met diepe vreugde heb ik alles over het project gelezen. Hier een kleine bijdrage voor tas koffie en een boeket bloemen.’ Het mag vandaag wat meer zijn.
We praten de rest van het kwartiertje wachten vol, naast de corbillard met meneer F.V.G. in. Joke van Leeuwen komt erbij staan, waarna we beslissen de uitvaart te starten. Dennis rijdt de corbillard voor, en Joke, Xavier en ik volgen. De sfeer achter de lijkwagen is ontspannen, zo ontspannen dat we in geen tijd bij perk W1 belanden en Xavier ons met een kort handgebaar tot stilstand maant. Er moet ruimte gegeven worden aan de kist, de formatie van vijf dragers.
Zie toch wie zorgend werken in de straten
het vuil van alledag wegvegen, lichten
brandend houden. Zie hoe ze in hun donker
huiswaarts gaan.
Groet deze man die was, buig voor nog oude
stilte, eer zijn gewrichten stram van het labeur,
zie om naar weer een deur die niemand opent,
breng deze dode
hier, nu, een door de koude wind beblazen,
glanzend glazen, late ode.
Joke leest luid voor. De vijf dragers staan in een halve maan rond meneer F.V.G., klonteren daarna uit elkaar om de rolluiktouwen onder de kist te trekken, de schommelende boot naar de kuil te dragen. Als meneer F.V.G. voorgoed stil ligt, wensen we elkaar veel plezier toe in deze laatste dagen van het oude jaar, vijf dagen voor kerst, sommigen gaan met vakantie. Houd het hoofd warm, verzorg je dierbaren, er komt een nieuw begin aan.