De heer T.K. is op 24 januari 1939 in Berchem geboren en op 26 januari 2023 in zijn serviceflat in dienstencentrum Ten Gaarde, ook in Berchem, gestorven. Zijn uitvaart vond plaats op 7 februari 2023 om 15:00 op begraafplaats Schoonselhof.
Het OCMW heeft in zijn onderzoek naar gegevens over meneer T.K. niet meer gevonden dan dat er tot dan toe geen familieleden gekend zijn, en ook geen andere contacten. Wanneer Joke per mail prompt mijn vraag bevestigt of ze een gedicht kan schrijven voor meneer T.K. beloof ik haar die dag nog langs het dienstencentrum Ten Gaarde te fietsen om iets meer over meneer T.K. te weten te komen.
In het dienstencentrum is net een pannenkoekennamiddag begonnen. Een heerlijke geur waait me tegemoet. Er zitten een achttal bewoners van de serviceflats in de eetzaal verzameld te babbelen, te wachten op de eerste lading van al dat lekkers. Enkele andere medebewoners komen nog aangewandeld, met of zonder rollator. De eetzaal oogt heel licht dankzij veel ramen en deuren die uitkijken op een mooie brede tuin. Die ligt er nu uiteraard winters kaal bij maar ik beeld me in dat het in het voorjaar en de zomer aangenaam zitten is hier.
Ik stel me voor als coördinator van De Eenzame Uitvaart aan een medewerker van het centrum en vraag of ik iemand kan spreken over meneer T.K.. Zij verwijst me door naar een vriendelijke medewerkster van een jaar of dertig, schat ik, die meneer T.K. dood gevonden heeft in zijn serviceflat. De arts die het overlijden vastgesteld heeft, had haar gezegd dat de man twee dagen daarvoor gestorven moet geweest zijn aan een hartaanval.
De medewerkster vertelt dat ze het betreurt hoe weinig ze over het leven van de man weet. Hij was nog maar een half jaar geleden naar Ten Gaarde verhuisd was. Hij bleek nogal ‘gesloten’. Er moet wel familie zijn, meent ze, misschien een zoon of dochter, maar er was geen contact. T.K. maakte zich echter zorgen over zijn erfenis, zo had hij haar toevertrouwd. Waarop zij hem doorverwezen had naar een notaris.
Meneer T.K. kwam zelden naar 'beneden', naar de gemeenschappelijke ruimte. En de medewerkster weet niemand van de bewoners te noemen die in contact zou gestaan hebben met T.K. Misschien heeft hij niet de nodige tijd gekregen om vrienden te maken?
Terwijl hij heel lief en vriendelijk was – ‘een klein, lief mannetje eigenlijk’, zegt ze - was hij te koppig, te trots misschien, om hulp toe te laten. Verder was hij slecht te been en vond hij omgaan met een gsm lastig. Bijvoorbeeld over de app voor zijn bankzaken maakte hij zich wel eens druk.
Op de dag van de uitvaart heeft een aanvankelijk zware grijze lucht plaats gemaakt voor mild zonlicht. Terwijl ik op een muurtje aan het mortuarium zit te wachten, zie ik Joke vanuit de verte te voet aankomen. Samen met Stefaan, de ceremonieleider, lopen we achter de corbillard tot bij de strooiweide.
Stefaan houdt als eerste een korte toespraak: dat we definitief afscheid nemen van meneer T.K., dat hij rust moge vinden op zijn laatste plek, dat hij ook de zoon is geweest van een moeder en vader en dat we hopen dat hij bemind heeft en bemind is geweest. Dan draagt Joke met krachtige en welluidende stem haar gedicht voor:
was het een kind, een vrouw - wie raakten kwijt
uw kamer was uw laatste bastion
een dak te hebben was genoeg misschien
zelf kind geweest in volle oorlogstijd
en in die kamer krimpende van ouderdom
tot aan de deur de dood riep van ik kom
wie niet weg is, is gezien
Nadat het gedicht nog wat nazindert, kunnen we een laatste groet brengen aan meneer T.K.
Ik leg een witte roos aan de rand van de strooiweide. We keuvelen nog wat terwijl we samen naar de ingang van de begraafplaats wandelen. Voor ik de auto instap, zie ik Joke weer te voet vertrekken. Een lift wilde ze niet, zei ze. Ze geniet zichtbaar van het stappen. En de volgende dag schrijft ze me nog: T.K. heeft een zonnige uitvaart gekregen.