Babymeisje K.K. werd geboren op 25 maart 2024 in het Jan Palfijn Ziekenhuis in Merksem en overleed er op dezelfde dag. Haar uitvaart vond plaats op 2 april 2024 om 15u00 op begraafplaats het Schoonselhof in Antwerpen.
Er zijn vele vormen van sprakeloosheid. Toen ik het bericht binnenkreeg van het uitvaartcentrum dat er een eenzame uitvaart zou worden gehouden voor een babymeisje, zweeg ik. Er kwam wel haast meteen een beeld in me op. Oogjes, een kleine mond, een schreeuw. De eerste woorden van het gedicht schrijf ik snel op een stuk papier op mijn bureau.
Ik lees de rest van het bericht. De ouders hebben verzocht om niet gecontacteerd te worden. Ze hebben afscheid genomen van hun kindje. Er is geen aanknopingspunt om meer over het babymeisje te weten te komen. Na wat opzoekingswerk weet ik dat haar naam ‘heer’ betekent. Verder heb ik geen concrete informatie. Ik denk aan een gesprek dat ik enkele weken geleden met Yella Arnouts en Stijn Vranken had. We spraken over de verschillende manieren waarop we aan een gedicht voor de eenzame uitvaart beginnen. Hoewel onze schrijfpraktijk in het algemeen heel anders verloopt, merken we al gauw dat we voor de eenzame uitvaart een gelijkaardig proces doorlopen. Soms is er informatie en soms ook niet. Maar er is altijd de eenzaamheid, die elke mens kent, die ons verbindt. Daarover zullen we nooit uitgeschreven zijn. Elke eenzaamheid heeft een eigen stem, een eigen gezicht, een eigen verhaal.
Op 2 april, de dag van de uitvaart, wandel ik bij aankomst een uur lang door het Schoonselhof, langs de graven en perken, tussen de lange rijen bomen. Het miezert en ik ben alleen. Maar ik ben niet alleen. Ik loop tussen onmetelijk veel gedachten door. Mijn eigen gedachten, en de verstilde gedachten van al wie hier afscheid heeft genomen, wie hier straks en morgen en volgende week nog afscheid zal nemen.
De auto van het uitvaartcentrum komt aangereden. De chauffeur en ceremoniemeester stappen uit. We begroeten elkaar met een handdruk. Er vloeien bijna geen woorden. Met een serene knik besluiten we om naar de strooiweide te vertrekken. De auto rijdt voor, de ceremoniemeester en ik lopen mee. Ik vraag of er nog contact is geweest met de ouders. Ze antwoordt dat ze geen contact meer hebben gehad. ‘Het moet voor hen een onnoemelijk verdriet zijn,’ zegt ze. Ik denk terug aan vorige week, hoe sprakeloos ik werd bij het binnengekomen bericht. Bij de strooiweide trachten we er woorden aan te geven. De urne wordt op de zuil gezet en de ceremoniemeester leest ingetogen een laatste groet voor. Zalvende woorden. Dan nodigt ze me uit om het gedicht te lezen.
We hebben het niet gedroomd
je was er, even, je zong, je keek
met ogen gemaakt van zuiver lach
een mond die overliep van fonkel
We hebben het niet gedroomd
je hebt jezelf aan ons gegeven
aan deze wereld, deze wieg van liefde
heel even, dit hoedje van papier
We hebben het niet gedroomd
je huilde en je lachte, je raakte ons aan
met je muziek, je eerste woord
klinkt door ons heen
It was not just a dream
you were here, for a moment, you sang, you beheld
with eyes made of pure smile
a mouth overflowing with sparkle
It was not just a dream
you gave yourself to us
to this world, this cradle of love
a moment, this somewhere over the rainbow
It was not just a dream
You cried and laughed, you touched us
with your music, your first word
sounds right through us
Anthony heeft het gedicht opgenomen. Hij verstrooit de as en maakt een buiging. We nemen elk de tijd om een witte roos op het gras te leggen. We buigen een laatste keer samen. Daarna nemen we afscheid. Zoals steeds wensen we dat we elkaar niet te gauw terug zullen zien. Ook voor de weg terug neem ik de lange route door het Schoonselhof.
Ik had me net ingeschreven op de nieuwsbrief nav het gesprek met Yella in de 7e dag. Ik las meteen dit gedicht en de rillingen liepen me over de rug uit medegevoel maar ook omwille van de schoonheid die dit teweegbracht bij mij én ondanks het onnoemelijke leed. Ik ben blij dat ik dit initiatief heb leren kennen, er bestaat nog schoonheid in alle droefheid!
Mijn aandacht werd getrokken naar het bericht voor ik wist dat het over een klein meisje ging ...Stilte, rillingen over mijn rug, iets moeilijkere ademhaling. Dank jullie wel ‘eenzame uitvaart’, dank jullie wel Max Greyson, om het betaan van dit kleine meisje te eren naast alle pijn die de ouders meemaken.
“Haftje” . Allicht zou de ambtenaar van de burgerlijke stand een nederlandstalige voornaam als deze niet op zijn lijst hebben teruggevonden...
Mama en papa hebben haar “Heertje” genoemd. In hún taal. Welke taal men ook spreekt, het verlies van een kindje laat ouders achter geblokkeerd in hun verdriet...
Dit initiatief is zo waardevol dat ik het nog eens wil schrijven in dit korte moment van medeleven. Alle dichters die elke keer het beste - soms is de informatie vrij karig - uit hun indringende gedachten halen om nog een laatste 'menselijk' gebaar te stellen: een eerbetoon aan iemand die het waard was om te leven.
Patrick Nijs
Een heel diepe buiging voor jullie voor dit mooi,aangrijpend afscheid van deze kleine engel!