Mevrouw L.R. was geboren in Antwerpen op 18 september 1927. Zij overleed in het woonzorgcentrum Lozannahof op 2 december 2023. De asuitstrooiing vond plaats op dinsdag 19 december 2023 om 11:30 op de strooiweide De wingerd van begraafplaats Het Schoonselhof in Antwerpen.
Al zolang ik me kan herinneren heb ik een boon voor mensen die geboren zijn in september. September is een prachtige maand, zij kan de uitloper van een zomer en tegelijk de vooruitloper op een herfst zijn. De dag waarop mevrouw L.R. geboren was, 18 september, was trouwens een zondag. (Zou zij een zondagskindje geweest zijn? Ik hoop het.)
Het was die dag niet te warm en niet te koud, jawel, ik heb het opgezocht, met name 13 ° graden gemiddeld in een wolkige dag. De dag waarop mevrouw L.R. overleed, was een miezerige dag, maar wellicht hingen in de gangen of de hal van het woonzorgcentrum sinterklazen op of lagen er speculoos en mandarijnen bij het ontbijt. Ik wil het in ieder geval zo denken.
Waarom schrijf ik hier wat ik schrijf. De dame van het woonzorgcentrum die me telefonisch te woord staat, kan helaas weinig tot niets over de gestorvene vertellen. Zeker is dat mevrouw L.R. weduwe was en dat ze haar enig kind begraven had in 2006. Verder is geen familie of vriend bekend. Ze maakte liever geen contact met de medebewoners, verneem ik nog.
De eerstvolgende uren na ons gesprek zit ik wat voor me uit te staren. Ik begrijp dat mevrouw een teruggetrokken bestaan leidde, misschien daar ook de voorkeur aan gaf. Hoe moeilijk wordt het dan soms in te schatten wat we precies bedoelen met zo’n woord als ‘eenzaam’, een containerbegrip en al zeker wanneer het gaat over zeer oude mensen. L.R. is zesennegentig geworden. Uiteraard is iedereen uit de intieme kring of nabije omgeving haar al lang in de dood voorafgegaan. Sluit men zich dan nog makkelijk aan bij nieuwe mensen, een nieuwe omgeving? Is dat haalbaar? Is dat mogelijk? Of is dat misschien, voor de ene meer dan voor de andere, niet eens wenselijk?
Ik had het met Max al eens gehad over het schrijven voor De Eenzame Uitvaart en hoe die gedichten al dan niet passen in het eigen oeuvre van de dichter. De dag voor de uitvaart mailt Max me het volgende: Zoals dat gaat na de koffie, heb ik een gedicht geschreven voor L.R. dat in geen enkele cyclus zou passen. Iets in mij zegt me dat L. zelf ook niet het soort persoon was dat zich schikte naar structuren waar ze zich niet thuis in voelde.
Wat een mooi saluut van hem aan L.R.
Op de dag van de asuitstrooiing is het koud en regenachtig. En zo is het al dagen. Van het wzc komt er niemand. Max en ik vergezellen elkaar en de ceremoniemeester achter de ceremoniewagen aan, naar strooiweide De wingerd.
Na het welkomstwoord van de ceremoniemeester nodigt hij Max uit zijn gedicht voor mevrouw L.R. voor te dragen. Max leest met zachte stem, neemt zijn tijd:
Je ontwaakte met een schreeuw
Je richtte je hoofd op
Vouwde je handen open
Om dingen te grijpen
Om dingen los te laten
Om dingen kwijt te raken
Om zelf het ding te worden
Dat wordt gevat en verloren
Je dacht na, begreep niet
Je begreep niet en toch deed je
Je hebt het doen begrepen
Je hebt gedaan en bent verward
Gebleven
Je ging slapen als een komma
Hebt jezelf in bewaring gegeven
Je bent niet vergeten
Terwijl we zo weinig over deze oude dame weten, besef ik eens te meer hoe raak woorden van een dichter kunnen zijn. Dat moet liggen aan hoe ze het wezen van de dingen benaderen, los van de ‘petites histoires’ eigen aan het leven van ieder individu afzonderlijk.
In stilte nemen we een na een met een buiging afscheid van onze nobele overledene. Ik laat een meegebrachte roos achter aan de rand van de strooiweide. Samen met Max had ik nog graag een koffie gaan drinken, wat deze keer niet gaat lukken. Er staat immers nog een Eenzame Uitvaart op de planning vandaag.
Wat een mooi ritme in dit gedicht, om over de sublieme beeldspraak maar te zwijgen. Ontroerend.