Meneer R.K. werd geboren in Merksem op 27 januari 1939. Hij is overleden op 16 februari 2024 in een woonzorgcentrum in Antwerpen-Zuid. Zijn uitvaart vond plaats op dinsdag 12 maart 2024 om 11:00 op de strooiweide van begraafplaats ’t Schoonselhof in Antwerpen. Dichter van dienst was Max Greyson.
Wanneer ik op woensdagmiddag in de week voor de uitvaart het woonzorgcentrum binnenloop waar meneer K. overleden is - het bevindt zich dichtbij de plek waar ik woon - wordt me aan het onthaal verteld dat de leidinggevende die me te woord kan staan op bijscholing is. Na de middag mag ik echter een telefoon van haar verwachten.
En jawel. Diezelfde dag nog word ik opgebeld. De dame aan de andere kant van de lijn is dankbaar voor het werk dat De Eenzame Uitvaart opneemt voor overledenen zonder familie.
Naar verluidt was meneer K. afkomstig uit een gezin van vier kinderen, van wie twee halfzussen van hem waren. Zijn vader had een transportbedrijf en daar was meneer K. zelf ook zijn hele leven tewerkgesteld. Hij heeft zowel voor binnenlands als voor buitenlands transport gereden. Meneer K.’s vader is op 31-jarige leeftijd om het leven gekomen in een ongeval met een vrachtwagen. Zijn al te vroege dood heeft meneer K. bijzonder getekend, vertelt de leidinggevende.
Meneer K. hield van zijn job, voetbalde in zijn vrije tijd, ging graag wandelen en nam in het woonzorgcentrum ook met plezier deel aan spelletjes. Een actief man was hij die graag onder de mensen vertoefde. Vorig jaar in december pas was hij in het woonzorgcentrum komen wonen. Weliswaar overgeplaatst vanuit een ander woonzorgcentrum. Wat de reden van de overplaatsing was, wist de dame niet. Misschien vanwege toenemende dementie? In ieder geval verbleef meneer K. op het einde van zijn leven in de gesloten afdeling. De gesloten afdeling is bedoeld om 'wegloopgedrag' te beperken, licht de dame toe.
Tijdens de toenemende dementie maakte meneer K. zich wel eens boos op de medebewoners die hij aanzag als zijn ‘werkvolk’. Er werd niet hard genoeg gewerkt, vond hij. De mentale achteruitgang maakte het contact met de medebewoners inderdaad niet bepaald makkelijk. De zorgkundigen liet meneer K. wel rustig toe.
Meneer K. moet getrouwd geweest zijn, en gescheiden. Van kinderen heeft de leidinggevende geen weet. Er was hoe dan ook al langer een bewindvoerder aangesteld. Er is geen bezoek voor meneer K. langs geweest.
Het is fijn om Max ruim voor de uitvaart nog te kunnen briefen over meneer K.
Op dinsdag 12 maart is de uitvaart van meneer R.K. de derde op rij. Het is de eerste keer dat ik vier uitvaarten op één dag bijwoon.
Het moet gezegd, dat er me onderhuids allengs een vreemde verlatenheid bekruipt. Het valt niet uit te leggen waar die opeens vandaan komt. Ik ben goed omringd door de lieve mensen van het uitvaartcentrum, door dichters met een groot hart voor de eenzamen die we uitgeleide doen. En toch.
Ik leg het voor aan de ceremoniemeester die begrip toont. Op weg in onze intussen vertrouwde kleine rouwstoet vraag ik hem hoe zij dat doen, werkend in de uitvaartsector, dag in, dag uit, week in, week uit. Hij glimlacht en zegt dat een professionele houding helpt. En uiteraard ook, tezamen met je zwarte jas, de dag aan de kapstok hangen als je 's avonds thuis komt.
Bij de zuil waarop de urne van meneer R.K. wordt opgesteld, vat de ceremoniemeester samen hoe we zelf terug kunnen denken aan meneer R.K., waarna Max zijn gedicht voorleest:
Aldoor bleef je rijden, aldoor heb je gezocht
naar een tempering voor de tijd
je zag en verzachtte het verstrijken
van het eerste en laatste licht van de dag
Je hebt windrichtingen beteugeld
om de vracht van al die mensenlevens
heen en weer te voeren tussen woord en daad
En jij, vol vertrouwen in het weerzien
hoorde het asfalt zingen, spaarde melodieën op
in het archief van je geheugen
de weerklank van je eigen lied
als een rem op het vergeten
De tijd heeft je niet klein gekregen
en ook de steen midden op de weg
heeft je niet tot stilstand gebracht
Stoutmoedig speelde je het spel
schuurde tegen ons aan
met je zin, je stem, je wandel
het tijdperk dat je was
zindert na in deze luwte
De chauffeur die nu drager is van de urne stapt tot in het midden van de weide en schudt de bus traag leeg. Er ontstaat de intussen voor ons vertrouwde witgrijze rechthoek op het groene gras. Het valt me nu pas op hoeveel rechthoekjes intussen op de weide liggen. Zou het kloppen, dat je aan de variaties in grijzen, de verdonkering ervan, zelfs hieraan het verstrijken van de tijd af kunt lezen?
Ik leg nog de bloem die ik heb voorzien, naast een aantal andere, aan de rand van de strooiweide. De afstand naar de as van meneer R.K. lijkt me te ver en te ingewikkeld tussen de rechthoekjes van anderen om comfortabel te zijn. Ik vind het hoe dan ook not done om op as te stappen van andere overledenen.
Aan de uitgang stelt Max voor dat wij na de uitvaart van mevrouw N.V.H. die hierna gepland staat en tezamen met Stijn die voor haar dichter van dienst is, dat wij tezamen nog een koffie kunnen gaan drinken.
Een verkorte koffietafel voor het nagesprek bij de mensen die we vandaag uitgeleide hebben gedaan, lijkt me een uitstekend idee.
De man heeft nu toch zijn bestemming bereikt..
🌻
🙏 Aan jullie