Meneer A.P.D. werd geboren op 18 november 1934 in Ceuta, Spanje en werd op 16 maart 2024 thuis gevonden door de Antwerpse politie. Zijn uitvaart vond plaats op 16 april 2024 om 11u00 op begraafplaats het Schoonselhof in Antwerpen.
Meneer A.P.D. werd door de politie gevonden in zijn appartement op het Antwerpse Eilandje. Hij was negentig jaar oud. Er is geen familie bekend en ook de Spaanse ambassade vond tot op heden geen aanknopingspunten. Meneer A.P.D. was afkomstig uit Ceuta, een Spaanse enclave op het Afrikaanse continent, een vrijhaven waar op heel weinig vierkante meters heel veel mensen samenwonen. Zoals alle vrijhavens, is het een kluwen van verschillende talen, religies en culturen.
Ik ga op onderzoek uit. Het is een doordeweekse namiddag. Een beetje bewolkt, een beetje zonnig. De brede voetpaden op ‘t Eilandje liggen er leeg bij. Vroeger sliep deze buurt nooit. Met wat kinderlijke verbeelding kon je ze een vrijhaven noemen.
Een vrijhaven lijkt ook het pand waar meneer A.P.D. overleed. Een klein appartementsblok met zes appartementen boven een nachtwinkel. Op de deurbel zijn de meeste namen onleesbaar geworden. Enkele zijn doorstreept, andere zijn verweerd, nog andere zijn vervaagd. De brievenbussen zitten overvol. Ik bel aan op de bovenste verdieping, daarna op de eerste, daarna op het gelijkvloers. Er komt geen antwoord. Ik zet enkele stappen achteruit en zie dat het pand prima is onderhouden, maar dat er nergens licht brandt en nergens een venster is geopend.
De volgende dag ga ik er naar toe in de avond. Het is koud. Motregen houdt de mensen binnen. Ik zie al van ver dat er nog steeds geen licht brandt in het huis. De aangrenzende panden zijn niet bewoond. Ik bel aan, maar krijg wederom geen antwoord.
Ik doe een laatste poging in het weekend. De zon schijnt. Op de radio spreekt men van de eerste echte lentedag van het jaar. ‘t Eilandje broeit van de activiteit. Maar in het huis waar meneer A.P.D. overleed, krijg ik niemand te pakken die me mogelijks iets over de eenzaam overledene kan vertellen.
Op de dag van de uitvaart in het Schoonselhof, razen er vier seizoenen op een dag over onze hoofden. Ceremoniemeester Len en chauffeur Anthony begroeten me. De wagen vertrekt. Een strakke wind duwt ons vooruit naar de strooiweide. Daar aangekomen buigen we en lees ik het gedicht.
Je begon aan je wandel
in een enclave, een vrijhaven voor de talen
die je leerde spreken, voor de gezichten
die je leerde lezen, het land van
eindeloze mogelijkheden
met lommerte om in te dommelen
en licht om op te vertrouwen
Je zocht en vond
het lef om te vertrekken
als spraakwaterval of zwijgzame reiziger
meanderend langs meridianen
waar je misschien wel de tijd uit het oog
verloor, maar nooit vergat
Allicht zag je de zon zakken in de stroom
terwijl je op het eiland hier nabij
– vrijhaven voor eigenzinnigheid –
je laatste droom uitblies, je laatste stap
de trap op zette, de tijd losliet
vertrouwend op het licht
‘Ik weet niet of het toeval is, de zon zal vandaag maar een paar minuten schijnen. Het is mooi dat dat net nu gebeurt,’ zegt Len. Hij nodigt me uit een buiging te maken, als laatste groet. Terwijl ik terugkeer door de dreef schuift de zon achter de wolken. Negentig jaar was meneer A.P.D., in een vrijhaven werd hij geboren. Dat is wat ik weet. En dat er ook bij zijn afscheid aan hem is gedacht.
Dank en respect voor de dichters van De Eenzame Uitvaart