Mevrouw M.W. werd geboren op 15 december 1928 in Hemiksem en overleed op 24 maart 2024 in woonzorgcentrum Sint-Maria in Berchem. Haar uitvaart vond plaats op 16 april 2024 om 11u30 op begraafplaats het Schoonselhof in Antwerpen.
Wanneer ik contact opneem met het woonzorgcentrum waar mevrouw M.W. overleed, kom ik eerst bij de algemene centrale. Een vriendelijke medewerker verbindt me door met de afdeling waar mevrouw M.W. woonde. Daar krijg ik een mevrouw aan de lijn die nog maar enkele dagen aan de slag is en niet goed weet wat ze met mijn vraag naar informatie moet. Ze geeft haar collega door die tegenover haar zit. Zij heeft mevrouw M.W. niet gekend, maar kan mijn vraag wel doorgeven aan de hoofdverpleegdkundige. Ik vraag of ze me kan doorschakelen en ze lacht. ‘Als het dringend is, kan ik met de telefoon in de hand naar haar op zoek,’ zegt ze. Ik bedank haar voor de moeite, en hoor hoe ze door de gangen loopt. Trappen op en af, deuren open en dicht. Onderweg begroet ze bewoners en collega’s. Op enkele minuten tijd krijg ik een auditieve rondreis door de hele afdeling. Wanneer ze uiteindelijk de hoofdverpleegkundige kan vinden, leg ik een laatste keer uit waarvoor ik bel. Het is even stil.
‘Ja, wat kan ik over haar zeggen. Ze heeft hier lang gewoond. Een jaar of acht, negen misschien, langer dan de meeste mensen die hier werken.’ Mevrouw M.W. was een introvert persoon. Ze was weduwe en had geen kinderen. Met haar echtgenoot heeft ze veel reizen gemaakt. Hoewel ze de laatste jaren haast nooit contact had met anderen, hield ze wel een vast ritueel aan. Elke voormiddag kwam ze koffie drinken in de cafetaria, alleen aan een tafel. ‘Ze praatte zelden, maar was altijd op haar gemak. Ze genoot van de koffie en verder had ze nooit iets nodig. Ze liet iedereen rustig zijn gangetje gaan en was blij als ze tussen de mensen zat.’
De hoofdverpleegkundige kan me weinig meer vertellen. Ik vraag of ik op de afdeling langs mag komen, en ze of ze het tijdstip van de uitvaart kan meedelen aan de collega’s en bewoners. Dat zal ze zeker doen. ‘Langskomen heeft echter niet veel zin,’ zegt ze. Ze doet liever even een rondvraag en zal me iets laten weten indien er iemand bereid is tot een gesprek. Ik krijg geen bericht meer vanuit het woonzorgcentrum.
De uitvaart van mevrouw M.W. vindt plaats meteen na de uitvaart van meneer A.P.D. Wanneer ceremoniemeester Len en chauffeur Anthony aankomen, valt er regen en hagel uit de lucht. We lopen achter de wagen aan, en ik vertel aan Len wat ik heb vernomen over mevrouw M.W. Het houdt op met regenen. Op het moment dat Anthony de urne op de zuil bij strooiweide De Wingerd zet, valt het zonlicht groots op het gras. Net als bij mijnheer A.P.D. krijgen we enkele minuten warmte en licht. Een laatste buiging van ons, en van de elementen. Ik lees het gedicht.
Met vaste hand gids je de lepel
doopt hem in de koffie, roert, tikt tweemaal
op de rand en legt hem neer, je ritueel
van elke dag, het zitten, kijken en berusten
in de omhelzing van het geroezemoes
Je hand tilt de kop, je drinkt en denkt
aan de reizen die je maakte, hoe de wereld
je omvatte en alsmaar kleiner werd
jij alsmaar groter, je zet de kop weer neer
houd je vinger aan het oor
je luistert, ik zie het wellicht
van je verhaal in mijn verbeelding
onpeilbaar
De weinige woorden die je sprak
de weinige woorden die ik heb
om je te vatten, je bent er niet
maar ik zie je
Len en Anthony komen erbij, we buigen terwijl de zon weer achter de wolken verdwijnt.
dat geroezemoes je kan omhelzen
dat de oor van een kopje verwijst naar het oor dat luistert
dat je met weinig woorden toch iemand kan zien
en die zo aan anderen kan laten zien...
vind ik ver-wonder-lijk.
Bedankt voor de stille aandacht
op een regenachtige dag
met heel even zon-licht tussen de wolken.
Hilde
Mijn waardering dat u met zo weinig gegevens over de gestorvene toch zo'n ontroerende tekst kan schrijven.