Meneer I. H. werd geboren op 1 april 1949 in Westmalle. Hij is gestorven in het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen (Edegem) op 3 november 2023. Zijn uitvaart heeft plaatsgevonden op 28 november 2023 op begraafplaats het Schoonselhof in Antwerpen.
Het is een heldere dag het is een donkere wereld
Aldus dichter Gerrit Kouwenaar. Al dagen heeft het geregend en vandaag klaart de lucht eindelijk uit. Maar wat betekent dat. Ik ben op weg naar het Schoonselhof, voor de eenzame uitvaart van meneer I.H. en op de autoradio tiert het laatste nieuws over de woedende oorlogen in Gaza en Oekraïne. En dan schiet de dichtregel van Kouwenaar me te binnen.
Eergisteren, zondagnamiddag, ben ik op zoek gegaan naar de straat in Deurne waar I.H. gewoond heeft. De straat oogt rustig, verlaten zelfs, het is dan ook zondag, en nadat ik bij de onderburen gebeld heb en niemand zich meldt, ga ik even het zijpad in naar de garageboxen achter het gebouw in de hoop daar iemand te treffen. Helaas geen levende ziel te zien. Terwijl ik op de terugweg naar mijn auto nog een laatste keer mijn hoofd opricht naar het raam van het appartement van I.H. zie ik een vrouw in de flat daaronder het gordijn opzij schuiven. Ik gebaar dat ik haar wil spreken waarna ze het raam opentrekt. Of zij meneer I.H. heeft gekend? Prompt nodigt ze me uit binnen te komen.
Ik leg haar uit wat mijn taak is als coördinator van De Eenzame Uitvaart in Antwerpen en wat mijn doel is bij mijn bezoek aan meneer I.H.’s laatste adres.
Mevrouw J. vertelt dat ze hem heel goed gekend heeft. Hij was een heel vriendelijk man, benadrukt ze, die iedereen in het gebouw hielp waar nodig. Hij was conciërge geweest en al lang gepensioneerd maar die zorgzaamheid sierde hem nog steeds. Er moet een broer zijn, zegt mevrouw J., maar het contact tussen de mannen was verbroken. Waarom of hoe, daarover kan ze me niets vertellen. Meneer I.H. was 74 jaar en leed al geruime tijd aan kanker, was al meer dan eens geopereerd aan de hersenen. Hij had veel pijn en op den duur verloor hij ook de moed. De laatste keer dat hij naar het ziekenhuis moest, voorspelde hij dat hij niet meer terug zou komen. Mevrouw J. zegt dat ze graag bij de uitvaart aanwezig wil zijn. We wisselen telefoonnummers uit. Waarop we elkaar dankbaar de hand schudden.
Op het moment dat Max en ik, de ceremoniemeester Len en Anthony, de chauffeur, aanstalten maken om te vertrekken naar de strooiweide, komt een taxi aangereden. Daar is mevrouw J. Geen bus of tram te vinden om op tijd voor de uitvaart te zijn, legt ze uit.
Samen stappen we achter de corbillard tot aan strooiweide De wingerd. Mevrouw J. vertelt met zachte stem dat ze christelijk is, en dat in haar land van afkomst, Nigeria, geen enkel mens begraven wordt zonder aanwezigen. Familie, buren, vrienden, kennissen, bij het laatste afscheid is iedereen er, ruzie of geen ruzie, dat is daar gewoon zo, zegt ze.
Len dankt Max, mij en in het bijzonder mevrouw J. voor haar aanwezigheid. Dat hij bijzonder waardeert dat we samen en met alle respect een laatste groet brengen aan de gestorvene. Waarna Max uitgenodigd wordt om zijn gedicht voor te lezen. Ingetogen klinken de woorden tussen ons op:
Hier ben je dan, in ons midden
We kijken met schuwe glimlach
Naar de wind en hoe je waait
Je ritselt in je zwijgen
Je gestes groot en klein, over alle dingen
Die nog talmen in de mist
Wij doen zoals altijd onze stormen over
Jij herneemt je wereldreizen
We begroeten je hier, in al je eenvoud
Verpozend op het gras
Er waren altijd al de vlekken
Springerige herinneringen op waterlandschappen
Geen mens is een eiland
Ook jij niet, je bent altijd onmetelijk geweest
We staan hier en we weten
Dat de wereld niet altijd deugt
Hij waant zich onkreukbaar, waant zich vrij
Ook dat zullen we niet vergeten
Je bent niet nergens nu
Je bent hier, in ons midden
Het woord dat aarzelt op onze lippen
Een schuwe glimlach in de wind
Op de zuil waarrond we samen staan, heeft Anthony de urne neergezet. Nu neemt hij ze op en begeeft hij zich naar een plek op de strooiweide waar hij de as van meneer I.H. beheerst en traag in een halve cirkel verspreidt. Tijdens de ceremonie neemt mevrouw J. af en toe een foto, zie ik. Tijdens de uitstrooiing doet ze een kleine stap achteruit. Stilletjes droogt ze haar tranen.
Omdat ze ons verteld heeft dat ze gelovig is en dat meneer I.H. vermoedelijk dat ook was, spreek ik het Onze Vader uit. Waarna Len meneer I.H. nog ‘rust in vrede’ toewenst.
Op onze terugweg naar de parking geeft Max de papieren versie van zijn gedicht door aan mevrouw J. Wanneer ik haar voorstel om haar naar huis te voeren, stribbelt ze tegen. Na wat aandringen neemt ze mijn aanbod toch aan. Onderweg praten we na over de gestorvene. En over Nigeria, waar mevrouw J. naartoe zal reizen met Kerstmis.
Op een heldere dag in een donkere wereld komt men af en toe een lichtpunt tegen. Zoals mevrouw J.
Een Nigeriaanse buurvrouw die een taxi neemt om aanwezig te zijn bij de uitvaart van haar blanke buur, en ons attent maakt op de aloude Afrikaanse gebruiken om in groep aanwezig te zijn op iemands begrafenis, over alle aardse strubbelingen heen. Zij overschaduwt het hele gebeuren. Ook ik heb de niet gespeelde warmte kunnen waarderen van bijvoorbeeld de Afro-zorgkundigen in het WZC waar wijlen mijn moeder gestorven is. Licht in de duisternis, idd.
Prachtig gedicht Max! Ontroerend verslag Yella!