Mevrouw L.V.d.S. was geboren op 30 september 1934 in Hamme (Vlaams-Brabant). Zij is gestorven op 8 februari 2024 in een woonzorgcentrum in Berendrecht. De asverstrooiing vond plaats op de strooiweide van begraafplaats ’t Schoonselhof op dinsdag 27 februari 2024 om 13:30.
Zo vaak zet dementie een punt achter een jarenlang gekoesterde onafhankelijkheid. Ook de hoofdverpleegkundige van het woonzorgcentrum die me aan de telefoon vertelt over mevrouw L. V.d.S. weet ervan mee te spreken.
Mevrouw L. V.d.S. was een weduwe zonder kinderen. In volle lockdown in 2020 was ze opgenomen in het woonzorgcentrum omdat ze niet meer voor zichzelf kon zorgen.
Mevrouw L. V.d.S. moet haar hele volwassen leven cafébazin geweest zijn. Waar haar café precies gevestigd was, weet de hoofdverpleegkundige niet. Wel was snel duidelijk dat het café de spil was van haar leven. Contact met anderen lag haar nauw aan het hart.
Dat bleek ook vanaf het begin van haar verblijf in het woonzorgcentrum. Dagelijks zocht ze het gezelschap van medebewoners op. Helaas trok ook de toenemende dementie traag en gestaag een vette streep door de connectie die ze zo graag ervoer. Wanneer iemand geen goedendag terugzei, raakte ze al danig overstuur. Het frustreerde mevrouw L. V.d.S. mateloos zich almaar vaker onbegrepen te voelen, niet uit haar woorden te komen, op de dool te raken tussen namen en plaatsen en tijden.
Maar wat haar tot haar laatste uren troost bood: het eigen verre verleden, de kindertijd. En dan bleek al gauw dat mevrouw L. V.d.S. erg veel van haar moeder had gehouden. Die liefde voor haar moeder heeft ze tot het einde kunnen koesteren. Zo verzekert me de verpleegkundige aan de lijn die met veel warmte over deze vrouw kan vertellen.
Dinsdagnamiddag 27 februari. Tijdens de uitvaart staan vier mensen om de urne van mevrouw L. V.d.S. heen. Len en Anthony van het uitvaartcentrum, Stijn als dichter en ikzelf als verslaggever. Maar samen zijn we hier en nu toch de ‘nabestaanden’ van mevrouw L, niet? En bij uitbreiding is iedereen nabestaande van elke overledene, toch? Zo cirkelen allerlei gedachten op dit eigenste moment van stilte door me heen.
Na het openingswoord van Len, krijgt de dichter het laatste woord. Stijn leest voor:
Alsof een gedicht een brug zou zijn. Iets
dat een overkant kan raken. Alsof iemand
ooit een overkant kan zijn. Alsof er zoiets
als een overkant zou bestaan.
Er bestaat geen overkant. Een gedicht is
geen brug. Het is een zucht. Iets dat zeurt
dat wij verloren zijn. Of uitverkoren. Of
allebei. Als het een goed gedicht is.
Een goed gedicht?
Ach.
Liefde, dood, wij, ooit.
Meer zegt het nooit.
‘Dat wij verloren zijn. Of uitverkoren? Of …’.
Tijdens de minuut stilte na het gedicht van Stijn echoën de regels in mijn hoofd. De uitvaart is kort en sereen. De roomwitte roos die ik mee heb gebracht, krijgt een plek aan een van de zijden van de rechthoek van as. We buigen één voor één ons hoofd als laatste eerbetoon aan deze negentigjarige dame die van contact met anderen haar beroep had gemaakt.
Aan de uitgang praat ik met Stijn nog lang na over dementie en hoe we deze ziekte in onze eigen intieme kring al tekeer hebben zien gaan. Wat goed, concluderen we, dat vandaag de dag almaar meer aandacht aan dementie geschonken wordt, zowel in de vorm van medisch onderzoek als in het zorg dragen voor dementiepatiënten, dichtbij en verderaf.
Deze vrouw wil zeker "Bedankt" zeggen en misschien een zinnetje om u welkom of tot ziens te zeggen. Jullie zijn misschien haar nieuwe klanten en daarmee zal ze goed verder kunnen.. 🙏