Meneer M.D.K. werd geboren in Zaandam (Nederland) op 8 maart 1937. Hij is gestorven in het woonzorgcentrum Sint-Anna in Berchem op 10 mei 2024. De uitvaart vond plaats op donderdag 6 juni 2024 om 10:00 op de strooiweide De Wingerd van begraafplaats ’t Schoonselhof in Antwerpen.
Wat we weten bij de voorbereiding van de uitvaart van meneer D.K. is tweeërlei.
Dat hij graag zijn lichaam aan de wetenschap had geschonken. Zo is echter niet gebeurd, de aanvraag was niet (op tijd) ingediend.
En dat er tevergeefs twee neven en een nicht aangeschreven zijn geweest.
Na enkele heen en weer berichten op voice mail laat de begeleider van het wzc me weten dat hij meneer M.D.K. niet persoonlijk heeft gekend. Hij stelt voor de collega’s te mailen die op de afdeling werken waar meneer gestorven is. En zo gebeurt, al bereikt het antwoord op die mail me helaas net niet op tijd.
De dag van de uitvaart, donderdag 6 juni, is een drukke dag voor het uitvaartcentrum. Behalve de reguliere uitvaarten zijn er drie stadsuitvaarten gepland. Bart Stouten, die de tweede stadsuitvaart met een gedicht zal vereren, is zowat een uur te vroeg. Hij moest vanuit het buitenland naar hier zien te raken en dan ben je liever wat vroeger dan te laat… Peter, de dichter voor de eerste uitvaart van vandaag, komt intussen aangefietst.
Zoals altijd vertrekt onze kleine stoet stipt. Van lente is er nog steeds geen sprake. Het waait en wolken stapelen zich. Af en toe piept de zon en dan voelt het toch meteen een paar graden warmer aan. We houden halt bij de zuil van strooiweide De wingerd.
Nadat zijn collega de urne op de zuil neerzet en ik de gele roos die ik heb meegebracht, ernaast leg, heet de voorganger Peter en mij hartelijk welkom. Hoe de overledene die afkomstig was uit Nederland, in Antwerpen terecht is gekomen, weten we niet. Zoals we haast niets weten over deze man die net geen zevenentachtig is geworden. Peter vertelt dat zijn gedicht dan ook geschreven is vanuit een niets-weten en hij leest voor:
Er is een lente zonder zomerkleren
Er is een hemel met versleten sluizen
Er is een land waaruit de huizen zijn verhuisd
Er is een volk dat brood van bloed en zand kneedt
Er is een rijk waarin de keizer aan lange lege tafels eet
Beloftes gaan van deur tot deur tot alle stemmen zijn geteld
De verdwijning van de kever wordt er niet gesignaleerd
Pioenen worden er gevouwen uit papieren
Er is een man: hij draagt de voornaam van een Nederlandse trainer
Maar in de Superliga van het Leven speelt hij niet langer mee
Er zit geen kat in zijn tribunes, er weergalmt geen clublied meer
Zijn verdedigers zijn met de noorderzon verdwenen
Er is een lichaam dat zich aan de wetenschap wou geven
De aanvraag raakte niet op tijd geregistreerd
Twee neven en een nicht die werden aangeschreven
Gaven tot op heden geen blijk van leven
Wie of hoe meneer D.K. ook geweest is, zijn esprit, of zijn ziel zo u wilt, heeft hem verlaten. Voor sommigen huist de ziel na de dood in een paradijs of hel. Voor anderen leeft een ziel in anderen, nabestaanden of in iets anders verder. Hoe dan ook, na Peters gedicht wordt wat ons rest van meneer D.K. aan aarde en lucht overgelaten. Aan de rand van de as die in een rechthoek is verstrooid, leg ik mijn gele roos neer. We nemen de tijd om samen nog een laatste buiging te maken.
Wanneer ik ’s avonds mijn pc open, vind ik het hartverwarmende bericht van de begeleider van het wzc in mijn mailbox. Hij had die dag alsnog telefoon gekregen van de verantwoordelijke van de afdeling waar meneer M.D.K. gestorven was.
Blijkbaar was het leven van meneer wel degelijk gevuld geweest met verhalen die hij graag deelde. Hij had jarenlang toegewijd en waakzaam als beveiliger in een fabriek in Doel gewerkt. Naast zijn werk genoot hij van de rust en de sereniteit aan zee. Hij had regelmatig in een strandhotel gelogeerd, waar hij zich thuis voelde en de tijd nam om te ontspannen. Hij hield van de frisse lucht en ging graag naar buiten. Hij kon erg genieten van uitstapjes en zorgde er altijd voor dat hij er piekfijn uitzag.
Meneer was gehuwd geweest en moet samen met zijn vrouw een kind grootgebracht hebben. Hij hechtte veel waarde aan goede vriendschappen. Hij wist altijd precies wat hij wilde en was trots op wie hij was, kon zich openstellen als hij voelde dat het gesprek de moeite waard was. Dankbaarheid was een van zijn meest opvallende eigenschappen; hij kon oprecht waarderen wat anderen voor hem deden.
Tot slot schrijft de begeleider, en ik citeer: (…) de herinneringen aan zijn verhalen, zijn dankbaarheid en zijn persoonlijkheid blijven de mensen die hem op het einde van zijn leven hebben verzorgd zeker bij.
Intriest einde voor deze man, die ooit liefde moet gekend en gekregen hebben, maar wat fijn dat jullie er voor hem waren