Meneer I.D. werd geboren in Ieper (West-Vlaanderen) op 27 januari 1956. Hij is gestorven in het Ziekenhuis aan de Stroom (ZAS) Cadix in Antwerpen op 17 maart 2025. De uitvaart van meneer I.D. vond plaats op donderdag 24 april 2025 om 14:30 op de strooiweide van begraafplaats ’t Schoonselhof in Antwerpen.
Op paasmaandag rijd ik naar de straat in Merksem, waar meneer I.D. gewoond heeft op een appartement dat zijn eigendom was. Meer dan eens moet ik vaststellen dat een eenzame uitvaart niet per se het gevolg is van armoede of geldgebrek. Ik zei het al eerder. In alle lagen van de bevolking huist eenzaamheid, verlatenheid, verwaarlozing.
In de inkomhal bel ik aan bij het eerste belletje op het gelijkvloers. Een dame opent haar voordeur en komt bij me staan in de hal. Jawel, ze heeft meneer D. gekend. Maar een andere buurvrouw die hier al dertig jaar woont, weet meer, verzekert ze me waarop ze prompt de buurvrouw erbij haalt.
Beide dames zijn het erover eens: meneer D. was een eenzaat. Kon helaas niet goed voor zichzelf zorgen. Hij verwaarloosde zijn lichaam, zijn gezondheid. Het werd erger met de jaren, zo blijkt uit hun verhaal.
De dame die hem het langst heeft gekend, vertelt dat I.D. aanvankelijk wekelijks bezoek kreeg van zijn ouders. Bemiddelde mensen overigens. Het appartement zou hij van hen gekregen hebben. De toen al oudere mensen kwamen helemaal vanuit Poperinge, beladen met allerlei eten, patatjes, groenten enzovoort. Zijn moeder maakte de flat schoon, zo wist de dame nog. En er was een gehandicapte zus voor wie de ouders ook moesten zorgen.
Toen de drie familieleden van meneer I.D. een na een gestorven waren, kwam er niemand meer bij hem over de vloer.
De echtgenoot van de buurvrouw heeft er nog voor gezorgd dat I.D. een job kon krijgen bij Ford, de autofabriek. Meneer was immers een intelligente man, een IT-er die de job effectief een tijd gedaan heeft. En toen werd hij ontslagen. Misschien vanwege drankmisbruik maar dat wist ze niet zeker.
Als hij de traphal gepasseerd was, had iedereen het geroken, zegt de andere buurvrouw. Meneer dronk te veel, rookte te veel, waste zich niet, poetste ook niet. Die zelfverwaarlozing vergrootte de afstand met de anderen. De dames willen graag weten naar wie dat het appartement nu zou gaan, zo zonder erfgenamen. Ik zeg naar waarheid dat ik het niet weet. En ik bedank de dames voor het gesprek.
‘Toch weer een triest verhaal, hé,’ mailt Peter me terug nadat ik hem geïnformeerd heb over mijn gesprek met de buren. Donderdagnamiddag, half drie, stappen we tezamen achter de corbillard. ‘Veel te jong ook toch om te sterven,’ zeg ik tegen Peter. Ik betrap me erop dat ‘jong’ en ‘oud’ begrippen zijn die ik hoe langer hoe meer afstem op mijn eigen geboortejaar. We praten wat over de eigen gezondheid en andere koetjes en kalfjes, zijn al blij dat het niet regent.
Aan de strooiweide scharen we ons rond de urnenzuil. Ik leg mijn rode roos op de urne die intussen op de urnenzuil staat. Voorganger Merel heet ons welkom. Nadat ik kort het verhaal over de zoektocht naar I.D. heb gedaan, neemt Peter het woord:
Je was een vergeten lemma in een woordenboek.
Toen iemand je opzocht, vond hij je niet.
Toen iemand je vond, was je al weg.
Sloffend langs de Melkweg
met je ingenieuze gedachten
je ruimtelijk inzicht
en je kratje van zes
bepraat je je vader
ontgroei je nog altijd je moeder
wacht je bij de bus op je enige zus.
Net als jij zijn ze er niet.
Net als jij zitten ze nergens meer stil.
Je was het flessengeluk
kind van het badwater
onderwerp in een lijdende zin.
Dat is voorbij.
Nu ben je wemelende stofdeeltjes,
vlokjes zo vrolijk en vrij.
Je past nu in alles en iedereen
past bij jou. Je draait om de wereld
en de wereld wordt dronken van jou.
Je hebt je plekje gevonden.
Nergens en altijd. Nooit
overal. Eindelijk thuis
van een reis die niet eindigt.
Na de laatste regel van Peter, zo’n troostrijk gedicht, zie ik hoe een kleine streep licht zich wringt tussen de voor de rest gesloten hemel. En nu ik het neerschrijf, ik meen me een fluitende merel te herinneren. Of wat het een vink?
Er zijn soms zo van die genadige momenten.
Goed gevoel dat het gezin terug samen is ..ook zo voel ik het aan in het gedicht..
🙏🏽